De taal van papier en pastel

Elk werk begint met luisteren. Niet naar geluid, maar naar het materiaal zelf.


Pastel en papier spreken hun eigen taal, en pas wanneer ze elkaar verstaan, kan er iets ontstaan.

Zachte pastels hebben een volle stem. Ze zingen in kleur, geven zich meteen prijs, maar vragen ook om een ondergrond die hen kan dragen.

Harde pastels zijn terughoudender, preciezer. Ze tekenen de eerste lijnen, leggen de toon en structuur vast.

En dan zijn er de pastelpotloden — de stille tussenstemmen die verbinding brengen, die het geheel afronden of een detail laten ademen.

 

Het papier is het fundament, maar nooit neutraal.

Elke vezel, elke korrel reageert anders op het pigment.

Op een grof papier kan kleur zich vastzetten in lagen, terwijl een fijner oppervlak zachtere overgangen toelaat.

Soms kies ik voor een warme ondertoon, soms voor koel grijs of licht zand.

De kleur van het papier beïnvloedt wat de pastel zegt — het is een gesprek tussen ondergrond en pigment.

 

Dat gesprek voel je in elke streek. Wanneer pastel en papier elkaar vinden, lijkt alles vanzelf te gaan.

Maar soms verzetten ze zich, en moet je zoeken naar evenwicht.

Te veel druk, en de korrel sluit zich; te weinig, en de kleur blijft oppervlakkig.

Het is een oefening in luisteren, in meebewegen met wat het materiaal wil.

Na verloop van tijd leer je vertrouwen op die dialoog. Dan denk je niet meer aan techniek of merken, maar aan klank, aan ritme. De pastel wordt niet langer een gereedschap, maar een stem die spreekt door het papier heen.

 

Mijn gebruikte materialen

 

Zachte pastels

  • Schmincke – zeer zacht en krachtig, ideaal voor fluweelachtige lagen

  • Sennelier – romig, helder van toon en sterk in lichtaccenten

  • Unison – natuurlijke, aardse kleuren met subtiele overgangen

  • Terry Ludwig – rijk gepigmenteerd, brede vlakdekking

  • Blue Earth – harmonisch opgebouwd in toonreeksen, goed te stapelen in lagen

 

Harde pastels

  • Cretacolor – stevig en precies, geschikt voor de eerste lagen of toonopbouw

  • Conté à Paris – heldere, droge streek met goede controle, ideaal voor ondertekening en structuur

 

Pastelpotloden

  • Faber-Castell Pitt Pastel – fijne punt, betrouwbaar in detailwerk

  • Cretacolor – iets zachter, goed voor menging met harde pastels

  • Stabilo CarbOthello – soepel, goed te mengen en te verzachten

 

Papier en ondergrond

Zandpapieren dragers

  • UART 400 – gelijkmatige korrel, ruw, stevig en geschikt voor gecontroleerde laagopbouw

Velours- en vezeloppervlakken

  • Pastelmat – fluweelachtige tooth, houdt veel lagen vast zonder fixatief

  • Canson Mi-Teintes Velvet – zachter oppervlak met fijne grip, goed voor subtiele overgangen en zachte randen

 

 

- merknamen worden enkel vermeld ter informatie over de gebruikte materialen -